Bert over PTSS
Bert (67) is in zijn veertiger jaren gediagnosticeerd met PTSS en later ook met autisme. Een jaar geleden vertelde hij dit pas aan zijn jeugdvriend Jan. Voor Jan is Bert nog precies dezelfde. Er hangt nu alleen een label aan. Hoewel Jan de PTSS toch moeilijk ter sprake brengt.
Bert: “Na mijn scheiding 25 jaar geleden praatte ik met een therapeut. Mijn jeugdtrauma (seksueel misbruik) kwam er toen doorheen glippen. Ik bleek dit trauma jaren verdrongen te hebben. Ruim drie jaar geleden bleek dat ik naast PTSS ook autisme heb. Toen vielen dingen op zijn plek. Ik snapte bijvoorbeeld waarom mijn relaties gingen zoals ze gingen.”
Jan: “Toch heb je het na die diagnoses heel lang voor jezelf gehouden. Waarom?”
Bert: “Ja, ik heb jaren een dubbelleven geleid. Ik was bang dat mensen me slap, ziek en misselijk zouden vinden. En ik vond het moeilijk om mijn gevoel te uiten. Ik vertelde daarom alleen over mijn PTSS en autisme als het een functie had. Bijvoorbeeld aan mijn leidinggevende op de school waar ik werkte. Hij zei: ‘Maak goed gebruik van die diagnoses’. Dat was zo’n opluchting. Het voelde als een stukje acceptatie. Aan de rest van mijn collega’s liet ik niks merken. Gelukkig was ik goed in gedrag afkijken. Op die manier kon ik mijn psychische kwetsbaarheid voor de buitenwereld verbergen.”
"Ik was bang dat mensen me slap, ziek en misselijk zouden vinden."
Lees meer over fabels en feiten
Laatste zetje
In therapie leerde Bert zijn gevoel wel te uiten. Bert: “Vroeger ben ik tekenleraar geweest. In de EMDR-therapie bleek dat het voor mij goed werkt om mijn gevoelens te uiten via tekeningen. Daar oefende ik mee. Zo vond ik uiteindelijk de moed om jou mijn verhaal te vertellen.”

Jan: “Ja, dat is nu een jaar geleden. Ik was bij je op bezoek en vroeg je naar je tekenwerk. Aan de manier waarop je zei dat je ‘wel met iets bezig was’ voelde ik dat er iets belangrijks gebeurde. Ik wist niet wat er aan de hand was, maar ik wist wel dat ik je tekeningen moest zien. Er was alleen te weinig tijd om er op door te gaan.”
Bert: “Dus je maakte meteen een nieuwe afspraak. Ik ben blij dat je dit deed en je gevoel volgde. Voor mij was dat het laatste zetje: Ik dacht: ‘Nu ga ik hem mijn werk laten zien ook’. Ik was er na al die jaren klaar voor.”
Label
Bert: “Toen ik je mijn tekeningen liet zien en mijn verhaal erbij vertelde, reageerde je precies zoals ik hoopte. Je luisterde vooral. Soms stelde je een vraag ter verduidelijking, maar je deed dit heel neutraal. Vol gevoel en betrokkenheid.”
Jan: “Toen ik hoorde over je autisme dacht ik: ‘Oh, maar dit is Bert, zoals ik hem al jaren ken’. Er hangt nu alleen een label aan. Vroeger werd niet over psychische klachten gepraat. We hadden allemaal wel een gevoeligheid. Voor mij is er dus weinig veranderd aan hoe ik naar je kijk. Een mens is zoveel meer dan zijn psychische aandoening. Het is wel fijn dat ik er nu meer rekening mee kan houden. Bijvoorbeeld als ik eens een wild voorstel doe en je reageert daar terughoudend op.”
“Het seksueel misbruik kwam wel echt als een verrassing voor mij. Als ik er nu aan terugdenk was je vroeger wel wat droevig. Maar dat waren we allemaal in die tijd, zoekende. Ook was je niet zo uitnodigend en terughoudend in contacten. Maar nogmaals: dat was ook de Bert, zoals ik hem al jaren kende. Ik heb het nooit gezocht in een jeugdtrauma.”
"Het is belangrijk dat iemand luistert zonder oordeel."
Bekijk alle gesprekstips
Acceptatie
De tekeningen van Bert maakten zijn gevoelens zo zichtbaar. Jan: “Ik vond meteen dat je er iets mee moest doen, naar een uitgever bijvoorbeeld. Daarmee wilde ik ook aan je laten weten dat jouw psychische kwetsbaarheid er mag zijn. En dat ik er voor je ben.”
Bert benadrukt hoe belangrijk het is dat iemand luistert zonder oordeel, zoals hij bij zijn vriend Jan ervaart. “Door jouw reactie voel ik me geaccepteerd. Hoewel ik ook best even heb moeten wennen aan het idee om mijn tekeningen uit te geven”, zegt Bert lachend. “Maar uiteindelijk zette ik ook díe stap. Juist om het taboe op psychische kwetsbaarheid te doorbreken.”
Wees eerlijk
Ook al weten Bert en Jan nu van elkaar dat de psychische kwetsbaarheid bespreekbaar is, vindt Jan het nog steeds lastig inschatten wanneer Bert er wel en niet over wil praten. Jan: “Dan heb ik het met name over je jeugdtrauma. Want ook al heb je dit nu bespreekbaar gemaakt, het betekent niet dat je er altijd over wil praten. Ik vind ook dat het een onderwerp is waar je niet te pas en te onpas in moet roeren. Daarom laat ik het initiatief vaker bij jou.”
Bert: “Terwijl dat niet nodig is. Je kunt je gevoel gewoon bij me aangeven. Dan geef ik zelf wel aan of ik erover wil praten. Nu vraag je bijvoorbeeld vaak naar mijn tekeningen en wat de status is van mijn boek met tekeningen. Dat is voor jou een manier om te laten weten dat je er voor mij bent. Maar als het boekje straks is uitgegeven, kun je gewoon open en eerlijk zijn. Dat is het belangrijkste.”