Petri en Mark over borderline
Op haar 19e kreeg Petri (31) te horen dat ze borderline had. Aan haar goede vriend Mark (30) vertelde ze toen pas wat er aan de hand was. Sinds hij dat weet, kan hij haar beter steunen als ze het moeilijk heeft.
Al vanaf de basisschool had Petri vaak het gevoel dat het hele leven van haar niet zo hoefde. “Het was niet dat ik echt zelfmoord wilde plegen. Maar als ik een knop had gehad waarmee ik mijn hele bestaan kon uitwissen, had ik daar direct op gedrukt. Ik was ook snel heel somber. Terwijl ik zag dat de mensen om mij heen wel gewoon plezier hadden in alles.”
Vanaf de puberteit werden deze gevoelens heftiger voor Petri. “Andere mensen zaten wel eens niet lekker in hun vel. Of ze konden niet veel van iemand anders hebben. Ik haatte mezelf echt. Elke keer als er iets niet goed ging, dacht ik dat ik niets kon. Of dat ik nooit iets zou bereiken. En dat ik er beter een einde aan kon maken. Ging er dan iets goed, dan voelde het gelijk alsof ik de wereld aankon. Dit was mijn moment! Om daarna weer verdrietig te worden. Het was altijd alles of niets bij mij.”
Steeds slechter
In die periode leerde Petri Mark en zijn vrienden kennen. Ze sloot zich bij hun vriendengroep aan. Mark herinnert zich dat Petri toen nog heel stil was. “Ze hield haar gedachten voor zich. Ik heb nooit duidelijk van haar gehoord waar ze het moeilijk mee had. Ook dat ze zichzelf beschadigde verstopte ze voor ons.” “Ik deed niet anders dan de anderen,” vertelt Petri. “Alleen zat er iets anders achter mijn gedrag. Bijvoorbeeld een avond drinken met elkaar was voor de anderen gewoon gezellig. Voor mij was dat een moment dat ik minder pijn voelde. De alcohol maakte mijn emoties minder heftig. En ik ging er minder door nadenken. Daarom had ik ook geen negatieve gedachten meer.”
Tegen het einde van de middelbare school ging het steeds slechter met Petri. “Dat ging heel ver. Als ik niets zou doen, wist ik dat ik binnen korte tijd zelfmoord zou plegen. En dat wilde ik - ondanks alles - niet. Daarop ben ik naar de huisarts gestapt. Die heeft me met spoed naar de psycholoog gestuurd. Daar kreeg ik te horen dat ik borderline heb.”
Vanaf dat moment vertelde Petri meer aan haar vrienden. Petri: “Vertel je situatie aan een paar belangrijke mensen om je heen. Zodat zij weten wat er aan de hand is en wat ze moeten doen in noodgevallen. Dat was een van de eerste dingen die ik in therapie te horen kreeg.” Ze vroeg Mark zelfs mee naar een ‘bring your family’-dag van het centrum waar ze in therapie ging. “Dat vond ik heel bijzonder,” zegt Mark. “Ze vertelde mij daarna ook meer. Daardoor kon ik beter aan haar zien wanneer ze wat minder goed in haar vel zat.”
Ik deed ook niet anders dan de anderen. Alleen zat er iets anders achter mijn gedrag.
Lees meer over fabels en feiten.

Praktische oplossing
Petri vindt het soms nog moeilijk om duidelijk tegen Mark te zeggen dat ze in een slechte bui zit. “Dan app ik dat ik iets wil gaan doen. Maar ik zeg niet dat ik uit mijn hoofd móet.” Mark: “Ik weet dat ze dan denkt dat ze mijn avond verspilt. Of dat ze die verpest met haar ‘gezeik’. Ik zie dat totaal niet zo. Als ze wil praten, dan kan ze dat gewoon zeggen. “Je gaat ervan uit dat niemand je begrijpt. Dat hoort denk ik echt bij borderline,” vertelt Petri. “Het is niet zoals jij het voelt. Alles is heel zwaar en heftig en de wereld begrijpt je niet.” “Ik snap inderdaad nog steeds niet hoe het er allemaal aan toegaat in jouw hoofd,” reageert Mark op Petri. “Uiteindelijk moet je toch een praktische oplossing zoeken voor problemen, zoals samen gaan sporten.”
“Ik kan niet altijd met haar afspreken,” vervolgt Mark. “Soms zien we elkaar twee weken niet. Maar ik heb wel het vertrouwen dat ze het dan ergens anders zoekt en kan vinden. Ik weet dat je bij borderline niet op een goede manier naar jezelf kijkt. En dat je gedachten over jezelf hebt die niet kloppen. Ik kan me dus voorstellen dat ze graag iets positief hoort, als ik geen plannen met haar kan maken. Dus dan zeg ik: ‘Ik heb superveel zin om je te zien, maar ik heb even geen tijd’. Ik denk dat als je als vriend het gevoel hebt dat er iets mis is, je wel iets moet doen. Dat kan ook door gewoon te vragen: ‘hoe ben je de week doorgekomen?’”
Ik heb superveel zin om je te zien, maar ik heb even geen tijd.
Bekijk alle gesprekstips
Stevige basis
Petri: “Misschien moeten we nog wel meer écht praten. Over onze emoties praten.” Nu doen de vrienden dat regelmatig via muziek. Dat is een passie die ze samen delen en waarin ze elkaar goed begrijpen. Petri: “Dan stuur ik hem een nummer waar ik iets bij voel. Hij begrijpt dan heel makkelijk wat ik wil zeggen. Dat is voor mij een veilige en simpele manier om mijn gedachten en gevoelens te laten merken.”
Voor Petri vormt haar vriendengroep een fijne stevige basis. “Bij borderline hoort ook dat je bang bent om in de steek te worden gelaten. Dat heb ik bij hen gelukkig niet. Tuurlijk, ik kan iets verkeerds doen. Maar dan bespreken we dat. Het betekent niet automatisch het einde van de vriendschap.” Mark: “Ik ben Petri’s grootste fan. En ik ben ook de eerste die zegt dat ze onredelijk is. Ik heb er geen probleem mee om haar te vertellen dat ze normaal moet doen. Dan laat ik haar even afkoelen en dan komt ze de volgende dag wel met inzichten. Het interesseert me ook eigenlijk geen bal of ze borderline heeft of iets anders. We gaan al zo lang met elkaar om; we hebben onze maniertjes.”