Middelenstoornissen (verslavingen)

Als je een middelenstoornis hebt, ben je verslaafd aan iets. Bijvoorbeeld aan alcohol, drugs, gokken, gamen of seks. Een middelenstoornis is een van de meest voorkomende psychische aandoeningen. In Nederland krijgt bijna 20% van de volwassen ooit in het leven een middelenstoornis. Zo is 14% van de mensen verslaafd aan alcohol. Het komt meer voor bij mannen dan bij vrouwen.

Het kan zijn dat je een bepaald middel gebruikt om te ontspannen of genieten. Bij een middelenstoornis verlies je de controle over hoeveel je het middel gebruikt. Je neemt of doet het dan vaker dan dat je wilt of jezelf had voorgenomen en denkt er ook veel aan. Als je steeds meer nodig hebt van het middel om hetzelfde effect te krijgen, dan spreek je van tolerantie. Als je stopt met het gebruiken van het middel, krijg je last van mentale en lichamelijke klachten. Dit zijn onthoudings- of ontwenningsverschijnselen.

Wat zijn de signalen of symptomen van ontwenningsverschijnselen?

  • Je hebt steeds meer van het middel nodig voor hetzelfde effect (tolerantie)
  • Je gebruikt het middel vaker, langer of meer ervan dan je van plan was
  • Je wil wel stoppen maar het lukt je steeds niet
  • Je stopt veel tijd in het krijgen van het middel of het gebruiken ervan
  • Je geeft minder aandacht aan andere taken (bijvoorbeeld sociale contacten of je huishouden) 
  • Je blijft het gebruiken, ook al weet je dat het niet goed voor je is
  • Je komt afspraken met vrienden, familie, school, studie of werk niet goed na
  • Je gebruikt het middel in gevaarlijke situaties (bijvoorbeeld tijdens het rijden)
  • Je denkt veel aan het middel en verlangt er sterk naar om het te gebruiken
  • Je hebt last van misselijkheid, zweten, angst, slecht slapen en trillen als je stopt (onthoudingsverschijnselen)

Meer weten over de aandoeningen op deze pagina?