Nicky over postnatale depressie

Hoera, een baby! Maar wat als je helemaal niet op een roze wolk zit? Eén op de tien vrouwen krijgt last van psychische problemen rond de zwangerschap. De meest voorkomende aandoening is een postpartum depressie. Het allerbeste advies: praat erover.

Praten over een postpartum depressie: dat is niet makkelijk. Als aanstaande of kersverse moeder voel je je waarschijnlijk schuldig dat je de wereld door een donkergrijze bril ziet, in plaats van door een roze. En als omstander – vriendin, familielid, goede buur – heb je vaak wel door dat er iets niet goed zit, maar kan het heel lastig zijn het gesprek aan te gaan.

Lieke nam me serieus en liet merken dat ze de tijd wou nemen om mij te begrijpen. Dat zorgde ervoor dat ik haar niet langer wegduwde, maar haar juist in vertrouwen nam.”

Bekijk alle gesprekstips

Depressie na zwangerschap

De vriendinnen Nicky en Lieke weten als geen ander hoe belangrijk het is om je, ondanks angst en twijfel, tóch uit te spreken. Nicky kreeg na de geboorte van haar zoontje te maken met een postpartum depressie. Haar beste vriendin Lieke woonde op dat moment in Spanje, maar ging wel het gesprek aan. Gelukkig maar, want Nicky had dringend hulp nodig.

“In de bladen lees je alleen maar rooskleurige verhalen over zwangerschap en baby’s”, vertelt Nicky. “Maar het viel mij enorm zwaar. Ik zat niet op een roze wolk, eerder op een grijze. Op de meest duistere momenten was die wolk zelfs gitzwart. Ik schaamde me voor mijn gedachtes, durfde ze niet uit te spreken. Hoe moet je zeggen dat je bang bent dat je jezelf of je zoontje iets aandoet?”

Lastig om gesprek aan te gaan

Lieke merkte dat haar vriendin na de zwangerschap niet goed in haar vel zat. “Maar hoe begin je daarover? Dat was lastig, want daar is geen handleiding voor. In het begin duwde Nicky me weg, dus het was even aftasten. Ik koos ervoor dat te benoemen: ‘Ik merk dat het niet goed gaat. En ik vind het lastig het gesprek aan te gaan. Wat kan ik doen?’ Door me kwetsbaar op te stellen, hoopte ik dat zij dat ook zou doen.”

Nicky en Lieke, twee jonge vrouwen, staan voor een houten achtergrond en kijken naar de camera
Beeld: ©Iris Planting

Nicky: “Ik probeerde mijn gevoelens eerst te verbloemen, maar Lieke bleef het proberen. Ik vond het fijn dat ze recht door zee was. Ze zei bijvoorbeeld: ‘Ik merk dat je negatief bent, maar mij op afstand houdt. Hoe gaat het nu echt met je?’ Die aanpak werkte bij mij. Ze nam me serieus en liet merken dat ze de tijd wou nemen om mij te begrijpen. Dat zorgde ervoor dat ik haar niet langer wegduwde, maar haar juist in vertrouwen nam.”

Het kwam niet vanzelf goed

Na het eerste gesprek vroeg Lieke zich nog regelmatig af hoe ze haar vriendin het beste kon steunen. “Is het teveel als ik elke dag een WhatsAppje stuur? Of te weinig als ik het om de drie dagen doe? Heeft ze wel zin om er steeds over te praten? Is het egoïstisch als ik ook over mezelf praat? Die vragen schoten steeds door mijn hoofd.”

Nicky: “Ik vond het juist fijn dat Lieke mij ook een inkijkje bleef geven in háár leven. En dat ze nooit zei: ‘Het komt vanzelf wel goed’. Dat hoorde ik al genoeg om me heen. Maar dat was het nou juist: het kwám niet zomaar goed. Niet zonder hulp.”

Ik dacht: hoe kun je die donkere gedachtes zó ver laten komen dat je je kind misschien iets zou kunnen aandoen? Je moederinstinct neemt het dan toch over? Nou, niet dus.

Lees meer over fabels en feiten

Lange weg met vallen en opstaan

Hoewel Nicky al eerder met depressies kampte, geeft ze toe dat ze niet had verwacht dat een depressie als gevolg van een zwangerschap zo ernstig kon zijn. “Ik dacht: hoe kun je die donkere gedachtes zó ver laten komen dat je je kind misschien iets zou kunnen aandoen? Je moederinstinct neemt het dan toch over? Nou, niet dus.”

Nicky werd uiteindelijk gedurende 6 weken opgenomen en behandeld. “Daarna ging het nog lange tijd met vallen en opstaan. De eerste keren dat ik alleen met mijn zoontje was, waren doodeng. Ik durfde bijvoorbeeld niet met hem de trap op. Wat als ik zou uitglijden? Straks zouden de mensen denken dat ik het expres had gedaan.”

Taboe op depressie na zwangerschap

Volgens Nicky is het belangrijk dat er meer wordt gepraat over ernstige psychische klachten tijdens of na de zwangerschap. “Een depressie overkomt je. Die donkere gedachtes zeggen niets over de liefde voor je kind. Ik hou zielsveel van mijn zoontje, maar tijdens de depressie kon ik dat niet voelen. En ik kon ook niet inzien dat ik in de toekomst wél iets zou voelen.”

Lieke: “Er rust nog steeds een taboe op praten over psychische klachten. Maar toegeven dat je bang bent wat er gebeurt als je géén hulp krijgt, is juist heel dapper.”

Nicky hoopt met haar verhaal vrouwen te helpen die zich in haar verhaal herkennen. “Het heeft bij mij uiteindelijk wel een jaar geduurd voordat ik van mezelf kon accepteren dat ik met een postpartum depressie worstelde. En dat het oké is dat het niet altijd oké is.”

(Een vrouw:)

NICKY: Ik ben Nicky en ik heb een postnatale depressie gekregen.
LIEKE: Ik ben Lieke en terwijl ik in het buitenland zat,
ben ik toch het gesprek met Nicky aangegaan over haar postnatale depressie.

(Ze maken een wandeling.)

NICKY: Wat vond je het moeilijkst toen je met mij het gesprek aanging?
Ja, ik wist niet hoe je in je vel zat, hoe je je voelde.
Ik wilde jou ook begrijpen.
Alleen moest ik daar ook een stapje in terugnemen,
omdat, door één gesprek begrijp je de ander niet.
Vond je dat ik oordeelde over jou en je klachten?
Nee, je nam het wel heel serieus en dat vond ik vooral heel fijn.
Want ik heb genoeg opmerkingen gehad, met: Oh, dat komt wel goed.
Nee, het kwam inderdaad niet goed.
Ik had gewoon echt hulp nodig.
-Ja.
NICKY: Waar zag je het meest tegenop?
Het contact hebben.
In die zin, niet zozeer om je te bellen of een appje te sturen maar meer: waar ga je het over hebben?
Wil ze er wel over praten, wil ze er niet over praten?
Je wilt je vriendin supergraag helpen, alleen de vraag is dan: hoe?
LIEKE: Was je bang dat ik je gek zou vinden?
Ik was daar weleens bang voor.
En dan niet alleen jij, maar gewoon de mensen om me heen.
En niet dan per se gek, maar wel: wat gaan mensen van mij vinden?
NICKY: Wat voor vooroordeel had je over mensen met een postnatale depressie?
Ik wil het zelf niet echt een vooroordeel noemen, maar dat ik wel altijd dacht van:
oké, hoe kun je die gedachten zo ver laten komen
dat je je kind misschien iets zou kunnen aandoen?
In mijn beleving was het dan van: er zal altijd, hè...
Het moederinstinct, het moedergevoel zal altijd wel overheersen.
Maar achteraf blijkt dus dat die gedachten toch zo zwaar kunnen worden
dat iemand misschien toch, ja, het kind iets zou kunnen aandoen.
Is er nog iets wat je aan mij kwijt wilt?
Dat ik heel blij ben, ja, dat je m'n vriendin bent.
En jij bedankt voor je openheid, ja. Dank je wel.

(Beeldtekst: Deze video is gemaakt in opdracht van de Rijksoverheid. Het logo van Hey, het is oké. Met daaronder: Het is oké, maak het bespreekbaar. www.heyhetisoke.nl.)

Vanuit de deuropening zie je een gezin aan tafel zitten voor het avondeten: moeder, een tienerzoon en vader. De moeder en zoon kijken bezorgd naar de vader, de zoon heeft zijn liefdevol hand op zijn vaders hand.

Wil jij ook net als Nicky en Lieke het gesprek aangaan over psychische klachten?

Bekijk dan de gesprekstips

Tember en Nina, twee jonge vrouwen, zitten op een trap en kijken naar de camera
Beeld: ©Iris Planting

'Nu ik erover praat, merk ik dat ik er steeds beter mee om kan gaan.'

Tember over depressie

Geel spreekwolkje met de tekst 'stemmingsstoornissen en depressies' in witte letters

Alles over stemmingsstoornissen en depressies

Lees meer over de aandoening en signalen