Pieter en Nicole over ADHD
In het begin van hun relatie hadden Pieter (46) en Nicole (48) het niet over wat ze eigenlijk allebei dachten: dat Pieter ADHD had. Sinds ze dat wel doen, kunnen ze veel beter rekening houden met elkaar. Zonder die gesprekken zouden ze niet meer bij elkaar zijn, denken ze.
Dat Pieter iets “in de richting van ADHD” heeft, wist hij al heel erg lang. De diagnose kreeg hij pas begin 2019. Pieter: “In 2018 werkte ik als docent in het MBO en hielp ik een student met ADD. Een collega vertelde me dat ik het niet goed deed. Ik probeerde de stress van die jongen te koppelen aan zijn sociale situatie. ‘Mensen met ADD en ADHD hebben juist stress van zichzelf,’ zei hij.”
Dat gesprek zorgde dat Pieter een zelftest deed. “Want ik had zelf veel last van stress zonder duidelijke reden. Daarna ben ik officieel getest, heb ik mijn diagnose gekregen en heb ik acht behandelingen bij een psycholoog gehad.”
Veel gedachten tegelijk
Pieters vrouw Nicole werkt als intern begeleider op een basisschool en had de signalen van ADHD bij Pieter al vaker opgemerkt. “Hij doet veel dingen tegelijkertijd die dan niet af komen. Er gaan ook vaak heel veel gedachten tegelijk door zijn hoofd; hij begint daardoor zinnen die hij niet afmaakt. Ook kan hij heftig reageren op dingen. Als iets niet lukt, is hij snel geirriteerd en wordt hij boos op zichzelf. Dat waren dingen waarvan ik dacht dat het ADHD kon zijn. Maar ik ben geen psycholoog, dus ik heb daar niets over gezegd.”
Pieter en Nicole zijn achttien jaar bij elkaar. Al vanaf het begin van hun relatie dacht Nicole dat Pieter misschien ADHD had, maar ze zei het niet hardop. “Ik wilde er geen etiket op plakken. Als je dol bent op iemand denk ik dat je dat soort extreme dingen in iemands gedrag liever niet ziet. Je ziet liever de leuke dingen.”
Pieter: “Ik heb door mijn ADHD moeite om in contact te zijn en blijven met mensen. Er zijn steeds ongeveer tien gedachten in mijn hoofd die aandacht van me willen. Dat kan van alles zijn, van een idee voor een bankje dat ik wil timmeren tot een serieus filosofisch idee.”
Die gedachten komen ook bij Pieter op terwijl Nicole hem iets wil vertellen. “Dan praat ik soms door haar heen of begin ik ergens anders over. Ik zag haar wel vaak stil worden. Maar omdat ik toen nog niet wist wat ik deed, dacht ik alleen maar: wat is ze stil, wat is er aan de hand? En nu denk ik: wacht eens even, misschien ben ik iets vergeten? Dat vind ik zelf het meest pijnlijk, dat ik zo vol zit met gedachten dat ik soms niet goed kan luisteren naar iemand die ik lief vind.”
Het is wel minder geworden, maar het is niet helemaal onder controle en dat komt ook niet.

Boos worden
Hoewel het dus tijd kostte voor Nicole en Pieter met elkaar praatten over Pieter’s ADHD, gaf Nicole al vroeg in de relatie aan dat Pieter een paar dingen moest veranderen. Nicole: “Ik wist toen dat ik bij hem wilde blijven, omdat het een heel lieve man is, met heel verrassende en creatieve ideeën. Voor mij ging het vooral om het zo boos worden. Ik dacht: als wij straks kinderen hebben wil ik niet dat ze dat voorbeeld krijgen als er iets even niet lukt. Dat doet ook iets met je omgeving, dat zo boos worden. Daar schrik je van.”
Pieter praat erover met de psycholoog, maar hij wordt nog steeds wel eens heel boos. “Het is wel minder geworden, maar het is niet helemaal onder controle en dat komt ook niet. Er zijn altijd momenten dat ik te veel prikkels krijg. Dan raak ik de verbinding kwijt en maak ik kortsluiting. Dat is heel vervelend maar ik heb daar gewoon niet altijd controle over. Als ik steeds controle zou moeten hebben, zou ik niet kunnen functioneren: dan zou ik de hele tijd extreem goed moeten opletten bij alles wat ik zeg of doe. Omdat ik mensen over mijn ADHD heb verteld, weten zij nu ook dat ik af en toe dingen kan zeggen op een manier waar zij heel boos van worden.”
Door er veel over te praten hebben we er samen beter mee leren omgaan.
Meer rust
Sinds Pieter de diagnose heeft, vindt hij meer rust. “Met name omdat ik het er met mijn omgeving en op mijn werk over heb. Het helpt dat ik kan uitleggen hoe ik in elkaar zit. Vroeger werd ik boos als ik feedback kreeg, ik was in mijn jeugd snel boos. Iedereen die iets over me zei kon een knal voor zijn kop krijgen.”
Ook Nicole kreeg kritiek als ze iets zei over Pieters gedrag. “Ik heb vaak gedacht: hier kan ik niet mee leven. Soms word ik kwaad, dan weer reageer ik met humor, maar meestal laat ik het rusten en kom ik erop terug. Door er veel over te praten hebben we er samen beter mee leren omgaan.”
Pieter: “Praten is sowieso het succes van onze relatie, maar we hebben af en toe nog steeds een flink meningsverschil. Zonder dat ik het wil, zet ik mijn relatie onder druk. Als ik te veel prikkels krijg, bijvoorbeeld omdat het druk is op mijn werk, dan word ik boos of gefrustreerd. En op die manier stap ik dan een druk gezin binnen, waar ook dingen spelen die mijn aandacht nodig hebben. Die kan ik op dat moment dan niet goed geven. Dat levert weerstand op aan beide kanten.”
Ik vind Nicole en onze relatie zó belangrijk dat als zij zegt: ‘Ik ben het zat, er moet iets gebeuren,’ dat ik een paar minuten later de psycholoog bel en zeg dat ik een afspraak wil maken. Ik heb dan goede feedback van een specialist nodig.”
Nicole probeert op haar beurt wat voorzichtiger te zijn als ze merkt dat Pieter in een stemming is waarin hij snel boos wordt. “Soms vind ik dat wel lastig, maar aan de andere kant zit het ook gewoon in hem. Het is de manier waarop je met elkaar omgaat en dan wordt het een soort gewoonte.”
Niet persoonlijk
De gesprekken die Pieter en Nicole met elkaar hebben over Pieters ADHD helpen hen in ieder geval om elkaar beter te begrijpen. Nicole: “Daardoor weet ik dat het niet persoonlijk is als hij zo boos wordt. Dat het gewoon de ADHD is.”
Pieter: “Het gaat daar ook niet altijd over. Ik bedoel, je bent geen ADHD’er, je hebt ADHD. Dus ik heb naast de ADHD ook gewoon mijn eigen zwakke plekken, net zoals Nicole die heeft. Daar hebben we het ook over. Maar veel serieuze gesprekken gaan toch wel over mijn ADHD. Als we daar niet met elkaar over zouden kunnen praten, was onze relatie al lang over geweest.”